SS Kylix (2e reis)

12 maart t/m 29 juli 1976

Wie schetst mijn verbazing toen Radio Holland mij in maart belde voor de Kylix, ongeveer twee maanden nadat ik van dat schip was afgelost. Hoendermis van Radio Holland wist het op dat moment ook niet. De Kylix moest een nieuwe marconist en mijn verlof was om, dus hij had mij gebeld. Bij Nedlloyd was het gebruikelijk dat je twee reizen maakte met een kustreis verlof, maar dat was lijndienst. Tankvaart was wilde vaart. Maar goed, geen probleem. Maar Hoendermis ging het toch nog even navragen of er niet toevallig een fout was gemaakt. Later belde hij terug met de mededeling dat het klopte. De marconist die mij afgelost had, moest er af. Hij had problemen met zijn seinschrift en zowel Shell Tankers als Scheveningen Radio hadden bij Radio Holland aan de bel getrokken. Er zaten fouten in telegrammen en Scheveningen Radio had moeite om zijn seinschrift te nemen. Zijn punten waren ongeveer een tel te lang en de strepen een tel te kort. Ergo, punten en strepen waren nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden. Dus weer op naar de Kylix, die inmiddels wel in Rotterdam was gearriveerd. 12 maart stapte ik aan boord.

14 maart 1976 was vertrek Rotterdam en de eerste haven was Stockholm. We gingen via het Kieler Kanaal en arriveerden in Stockholm op 17 maart. Het was er behoorlijk koud. 's Nachts daalde de temperatuur tot -19 graden Celsius, overdag was 1 à 2 graden onder nul, maar windstil. Een paar uur na afmeren lagen we volledig ingevroren.

Stockholm is een stad waar het goed toeven is, maar niet goedkoop. Ik had nog een fles rum in de hut en die was voor een goede prijs snel verkocht aan één van de bootwerkers.

We lagen buiten de stad, maar vlakbij een halte van het openbaar vervoer. In Stockholm ook een bezoek gebracht aan het Wasa Museum. De Wasa was een oorlogsschip dat op 10 augustus 1628 bij vertrek voor zijn eerste reis is gekapseisd in de haven van Stockholm. 24 april 1961 is het wrak gelicht en overgebracht naar een hal op een ponton om te worden geconserveerd en gerestaureerd. Het wrak werd continue besproeid met een conserveringsmiddel. Vele kanonnen, beelden en gebruiksvoorwerpen werden daar tentoongesteld.

19 maart was het vertrek, maar eerst moest er een ijsbreker aan te pas komen voor we weg konden.

We hadden nog even gedacht nog wat langer in Europa rond te varen, maar de orders waren Stanlow aan het Manchester Ship Canal en vervolgens Curaçao.

23 maart arriveerden we op de rede van Anglesey waar we ten anker gingen, wachtend op een ligplaats in Stanlow. Deze kwam 27 maart beschikbaar. 29 maart vertrokken we richting Curaçao. Aankomst aldaar 9 april. En daar begon een reis die ons rond de wereld zou brengen, volgeladen met de duurste smeeroliën. De eerste stop was Kaapstad om te bunkeren.

Tijdens de oversteek over de Indische Oceaan hebben we een Horse Race gehouden. Iedere deelnemer had een eigen paard. Er werden 4 voorrondes gehouden, 2 halve finales en een finale. Per race liepen 6 paarden en de eerste drie aankomende paarden gingen over naar de halve finales. De drie eerste paarden van de halve finales liepen de finale race. Er kon op diverse manieren gegokt worden op de paarden. Wie werd 1, 2 of 3. De winst werd volgens van tevoren vastgestelde percentages uitgekeerd. Een deel van iedere inzet ging naar de finale. Daar waren dus de grootste prijzen te winnen. De voortgang van de paarden werd bepaald door twee dobbelstenen. Een bepaalde welk paard vooruit mocht en de tweede hoeveel plaatsen dat paard vooruit mocht. Op de baan waren diverse hindernissen, waardoor je een aantal plaatsen of helemaal naar de start terug moest. Het was een dagvullend programma.

 

Ook kregen we nog een fikse storm over ons heen (zie de foto rechts).

Na Kaapstad door naar Fremantle in Australië als eerste loshaven. Aankomst 18 mei 1976. Veel tijd om de wal op te gaan, was er niet. De volgende dag vertrokken we alweer, maar waren toch in de gelegenheid om Perth even te bezoeken. De volgende haven was Adelaide, maar ook daar bleven we maar kort.

Melbourne was de volgende haven. Daar was wat meer gelegenheid om de wal op te gaan, want we bleven er 2 dagen. Melbourne is een grote stad, maar heel veel kan ik mij er niet van herinneren. Wel dat we door een taxi bij een nachtclub werden afgezet. We konden niet goed vinden waar het uitgaansleven zich afspeelde.

 

Na Melbourne gingen we naar Geelong. Weet ik ook niet veel meer van. We bleven er maar 1 dag. De volgende stop was Sydney.

Melbourne

 

31 mei was aankomst Rede Sydney en we moesten voor anker, wachtend op een ligplaats. Reden om de sloepen te testen en we zijn een stuk gaan zeilen, want het was prachtig weer.

2 juni konden we naar binnen en de binnenkomst in Sydney is spectaculair. Langs het Opera House, de stad en onder de Sydney Harbour Bridge door. Een fotobedrijf ter plaatse maakt foto's van de binnenkomende schepen. De Kylix zat nog niet in hun bestand, dus de foto's waren van deze binnenkomst (zie hieronder).

Sydney is een stad die de moeite van het bezoeken waard is. Dat hebben we dan ook uitgebreid gedaan.

 

 

 

 

De Kylix op de Rede van Sydney

Na Sydney volgde Brisbane en daar ging iets mis met het lossen van de lading. Er moesten 4 soorten lading gelost worden en de 3e Stuurman had de volgorde van lossen op een briefje gekregen. Echter de opsteller van het briefje had twee ladingen per ongeluk omgewisseld. Gevolg: Eén van de duurste soorten smeerolie werd in een verkeerde tank gepompt bij een mindere soort. Een schade van enkele miljoenen. Er was echter niets meer aan te doen.

5 juni vertrokken we uit Brisbane naar Wellington in Nieuw Zeeland. Daar kregen we bericht dat we na leeglossing terug moesten naar Brisbane om de gecontamineerde lading weer op te halen. Daar werd ook de 1e Stuurman afgelost, die zijn verhaal moest gaan doen in Rotterdam en Londen.

Dus 15 juni waren we terug in Brisbane, waar de betreffende lading weer werd ingenomen. Nog diezelfde dag vertrokken we naar het Panamakanaal. Een grote oversteek over de Pacific.

De oversteek zou nog een bijzondere onderbreking hebben. Na vertrek Brisbane meldde de gezagvoerder of ik wilde proberen in contact te komen met Pitcairn Radio.

Pitcairn is het eiland midden in de Pacific, waar de erfgenamen wonen van de opvarenden van de 'Bounty'. Dat schip was in december 1787 uit Engeland vertrokken onder gezag van Lieutenant Bligh, met als opdracht om broodbomen in Tahiti te laden voor de West Indische eilanden. Op 28 april 1789 brak aan boord een muiterij uit en Bigh en 18 anderen werden in een open boot over boord gezet. De 1e stuurman Fletcher Christian en 24 anderen bleven aan boord van de Bounty en zijn na omzwervingen op Pitcairn terecht gekomen. Ze hebben de Bounty daar verbrand en op het eiland een leefgemeenschap opgezet. De nakomelingen van de muiters van de Bounty leven daar nog steeds.

In de jaren 70 leefden daar nog ongeveer tussen de 80 en 90 mensen. Zij waren afhankelijk van passerende schepen, die werden verzocht het eiland aan te doen om post mee te nemen. De 'Willem Ruys' heeft tijdens zijn wereld cruises ook diverse malen Pitcairn aangedaan. Door de medische staf van de Willem Ruys werden de bewoners onderzocht.

De kapitein van de Kylix wilde dus ook een stop maken bij Pitcairn. In de Admitalty List of Radio Signals vond ik de gegevens van Pitcairn Radio. De roepnaam was ik vergeten, maar m.b.v. Google vond ik de roepnamen VP6T en ZBP. Die laatste was het volgens mij. De andere roepnaam hoorde bij de radio amateur club van Pitcairn.

Verbinding maken met Pitcairn Radio bleek geen probleem. Na de eerste keer roepen, kreeg ik direct antwoord van Tom Christian. Er werd daar op vaste tijden goed uitgeluisterd, want passerende schepen waren de levensader voor het eiland. Natuurlijk waren we welkom en afgesproken werd om dagelijks even contact te zoeken.

Nu vond Shell Tankers het goed dat het eiland werd aangedaan, maar uitsluitend om post op te halen en niet om te blijven liggen. Maar we hebben daar toch 3 uur gelegen.

27 juni 1976 arriveerden we bij het eiland en gingen nabij Bounty Bay ten anker.

Met twee sloepen kwamen de bewoners langszij en klommen aan boord. Ze hadden fruit, postzegels, ansichtkaarten en houtsnijwerk bij zich en wilden dat graag verkopen of ruilen. Ze konden alles gebruiken, maar vooral schrijfgerei, batterijen en zeep waren favoriet. Het waren uiterst vriendelijke mensen. Helaas konden we niet de wal op. Het contact met deze mensen was bijzonder en zeer openhartig. Van de machinedienst kregen ze nog twee drums met olie, dat ze zeer goed konden gebruiken voor hun motorsloepen. Na 3 uur gingen ze weer van boord en zittend in de sloepen werden we als dank voor onze komst toegezongen. Ik had een aantal ansichtkaarten beschreven en met geld voor postzegels weer meegegeven naar het eiland met het verzoek ze te posten. Bij vertrek namen wij twee postzakken mee om af te geven in Panama.

Verder had Pitcairn een klein krantje, de Pitcairn Miscellany. Daarin werden ook bezoekende schepen vermeld. Ik had verzocht mij een exemplaar toe te zenden waarin ons schip zou worden vermeld. En dat is gelukt. Volgens het poststempel was er 20 augustus weer een gelegenheid om post aan een passerend schip mee te geven en in het najaar werd alles bij mij thuis bezorgd en ik heb het nog steeds in de originele wikkel.

Het is een stencil van 4 pagina's (zie hieronder).

The Pitcairn Miscellany van juni 1976 (Klik op een pagina voor een vergroting) (Op pagina 4 wordt de Kylix genoemd)

een 3-tal ansichtkaarten van Pitcairn

Postzegels van Pitcairn

 

Het bezoek aan Pitcairn was een bijzondere en welkome onderbreking van de oversteek en na 3 uur op de rede te hebben doorgebracht, vervolgden we onze reis naar het Panamakanaal, waar we 9 juli arriveerden. Daar werd de post van Pitcairn afgegeven aan de agent en dezelfde dag nog konden we het kanaal passeren, op weg naar Curaçao. Leuk detail was dat de locomotieven van het Panamakanaal een aparte outfit hadden t.g.v. de Bicentennial, het 200-jarig bestaan van de Verenigde Staten.

In Curaçao moest geladen worden voor Valparaiso in Chili. Daar moest de gecontamineerde lading van Brisbane ook naar toe. Men had die lading weten te verkopen als 2e soort, hetgeen de schade nog wat beperkte. Het betekende wel, dat we weer het Panamakanaal zouden passeren. Voor mij inmiddels de 12e keer. Maar de vaart door het kanaal verveelde echter nooit.

27 juli was aankomst Valparaiso en daar werd ik afgelost, samen met de 2e WTK. Een mooie lange reis was ten einde met een prettig schip en fijne ploeg.

Met een DC-8 van KLM vlogen we de volgende dag naar Amsterdam. Dat was nog een pittige vliegreis. 's Morgens vroeg werden we opgehaald en per taxi naar het vliegveld van de hoofdstad Santiago gebracht, hoog in de bergen. Het zou een vlucht worden van 22 uur met tussenstops in Buenos Aires, Sao Paulo (waar we het vliegtuig niet uit mochten), Rio de Janeiro, Monrovia (waar we het vliegtuig ook niet uit mochten) en Madrid. Vanaf Rio was het toestel stampvol en daar had het de volledige baan nodig om met veel kabaal op te stijgen. Op het moment dat we opstegen, kwam ook het strand onder ons door. 29 juli was ik thuis.

Gegevens van de reis met STS 'Kylix'.

Het schip: zie Kylix (1)

Geschiedenis van het schip:      

Tewaterlating:        9 juli 1955 (Doopster: Lady Hopwood)

Proefvaart:             20 t/m 22 december 1955

Indienststelling:     24 december 1955

Eigenaar:              NV Petroleum Maatschappij La Corona, 's Gravenhage

Overdracht:           1960 naar Shell Tankers NV, 's Gravenhage

Overdracht:           1972 naar Shell Tankers BV, 's Gravenhage

Sloop:                   6 september 1984 aangekomen te San Esteban de Pravia, Spanje

                            26 september aangekomen te Santander voor sloop

 Zusterschepen: Katelysia, Kelletia, Kellia, Kenia, Kermia, Kara, Kalinga, Kabylia, Khasiella, Kopionella, Koratia, Korenia, Korovina, Kosicia, Kossmatella, Krebsia, Kryptos, Kalydon, Ameland, Schelpwijk, Westertoren, Munttoren, Kaap Hoorn,
Keizerswaard, Koningswaard, Alkmaar, Purmerend, Dorestad

 

Bemanning deze reis:

Kapitein:                           B.R. Teuben + ega tot 1e maal Curaçao (later: F. Klaassen)

1è Stuurman:                    D.J. van der Mast (later: J. Priester; later: J.B. Krul)

2e Stuurman:                    A.L.M. van dun (later: M. Buth; later: W.C. Moll)

3e Stuurman:                    D. Venema (later: A.G. den Dekker)

4e Stuurman:                    P.J.F. Steenbergen (later: J.B. Winkelhuis)

LL Stuurman:                    R.R. Reinhardt

Radio Officier:                   P.Ph. Verburg

Hoofdwerktuigkundige:       Ch.L.H. Stocking Korzen (later: W.A. van Rooyen)

2e WTK:                          P.F. Buil

3e WTK:                          R.G.M. Kauffeld (later: A.P. van der Schagt; later: P.F. van Dijk)

4e WTK:                          W. Bekooy + ega (later: J. Water + ega)

5e WTK:                          W.M. de Vries (later: J.F. van der Vlist)

5e WTK:                          Th.W.A. Boers

5e WTK:                          W. Mink

LL. WTK:                         P.P. van der Wilt

LL WTK:                          J.E. de Fretes

Bemanning: Chinees

Traject (met achter elke haven de afgelegde mijlen):

Rotterdam - Stockholm (via Kieler kanaal) (820) - Stanlow (via Kieler kanaal) (1484)  - Curaçao (4016) - Kaapstad - Fremantle (10755) - Adelaide (1351) - Melbourne (459) - Geelong (32) - Sydney (544) - Brisbane (469) - Wellington (1396) - Brisbane (1403) - Rede Pitcairn - Panamakanaal - Curaçao (8405) - Punta Cardo (111) Panamakanaal - Valparaiso (3350).

Totaal afgelegd: 34595 zeemijl = 64069,9 km.