SS Kylix

16 augustus 1975 t/m 14 januari 1976

Na de reis met de Schelde Lloyd hebben we een huis gekocht en mijn vrouw ging daardoor voor minimaal een jaar weer aan het werk. Even geen meevaren meer.

 

Het was augustus 1975 dat Radio Holland mij belde voor de 'Kylix'  van Shell Tankers. Een zusterschip van de Kalydon, maar een iets anders ingedeelde midscheeps. Sliep ik op de Kalydon op het hoofddek, naast de 2e stuurman, op de Kylix was mijn hut een dek hoger, op het kapiteinsdek, achter de eigenaarshut. Lekker rustig en bovendien kon ik douche en toilet van de eigenaarshut gebruiken. De Kylix voer al een tijd lang in Noord West Europa, maar nu zou het een reis naar West Afrika worden via Curaçao en Punta Cardon. 19 augustus 1975 was het vertrek uit Rotterdam naar Punta Cardon. Aankomst aldaar 1 september en dezelfde dag vertrokken naar Curaçao. Daar is van 2 tot 6 april geladen voor West Afrika.

De apparatuur in de radiohut en op de brug bestond uit:

KG-zender:                  Philips SMZ-218

MG-zender:                  Philips SMZ-219

Reservezender:            Marconi Reliance

Telefoniezender MG:     RH5210

Hoofdontvanger:            Philips 8RO-501

Reserveontvanger:        Sailor 46TN-B1

AAT:                            Redifon AL-27

Richtingzoeker:            Marconi Lodestone 758E

Radar 1:                      Decca Transar TM629

Radar 2:                      Decca Transar RM426

Echolood:                    Kelvin & Hughes MS26B

VHF:                           SRA ME30/P25

De eerste haven was Sal op de Kaap Verdische Eilanden. Daar kwamen 14 september ten anker op de rede, waar het ladingdeel gelost werd in een lichter. Vervolgens naar Dakar (Senegal) en Freetown (Sierra Leone). In Freetown meerden we af langszij de Kissy Oil Jetty. Een prachtige naam voor een uiterst krakkemikkige steiger. Als je daar op liep, moest je uitkijken dat je er niet doorzakte (zie de foto hiernaast). Nu werd ons toch afgeraden om hier de wal op te gaan. De veiligheid kon niet gegarandeerd worden. Dus was het ook niet nodig om de steiger op te gaan. De tanks stonden boven op een heuvel en de lading moest met de eigen pomp (een stripper???) naar boven gepompt worden. Dat duurde dus wel even. Alvorens te kunnen beginnen met lossen, werd eerst de lading van een vorig schip uit de leiding naar de tanks verwijderd. Dat ging als volgt. Eerst werd op de heuvel de juiste tank aangesloten. Vervolgens werden boven en beneden de afsluiters opengezet, zodat de leiding leegliep, zo de haven in. Als men vond dat de olie juiste kleur had, concludeerde men dat de oude lading uit de leiding was en werden de afsluiters dichtgedraaid. Dat al die olie het water in liep, daar stoorde niemand zich aan. De slangen werden aangekoppeld en het lossen kon beginnen. Wij losten superbenzine. Daar waren natuurlijk ook de nodige monsters van genomen door een groot aantal walautoriteiten. Niet in flesjes, maar in 10 liter jerrycans. Dat werd in diverse auto's gegooid en een restantje ging in een flesje voor het laboratorium. De 1e stuurman mopperde dat, als dat zo door ging, er niets meer gelost hoefde te worden.

Na Freetown was Lomé in Togo de volgende haven en vervolgens naar Douala in Cameroun. Daar konden we wel de wal op, maar veel te beleven was er niet. Ik ging deze reis veel geld overhouden, maar dat was mooi meegenomen i.v.m. de koop van een huis.

Na Douala deden we nogmaals Freetown aan en daarna Banjul (Gambia) en Dakar. We waren leeg en keerden terug naar Punta Cardon, waar we 16 oktober aankwamen.

 

Voor aankomst Punta Cardon was ons al te kennen gegeven dat we voor ca. 4 weken waren vercharterd aan de Venezolaanse Shell. Die hadden twee schepen varen die alleen vanuit Punta Cardon en Curaçao diverse kleine haventjes voorzagen van olie. Eén van die schepen ging in dok en wij zouden gedurende die tijd zijn werk waarnemen. Dat betekende korte afstandjes varen en veel havens aandoen op de kust van Venezuela. Zo zijn we ook drie maal het Meer van Maracaibo opgegaan naar San Lorenzo. voor de stuurlieden was dit een pittige tijd. Om de dag, of soms iedere dag, een andere haven. en dan steeds weer een hele horde ' autoriteiten'  aan boord die sigaretten en drank wilden hebben. De voorraad raakte snel op en uiteindelijk heeft de gezagvoerder hierover bij de Venezolaanse Shell zijn beklag gedaan. en dat hielp. We zagen ze ineens niet of nauwelijks meer. We hebben dit gedaan van 16 oktober t/m 12 november. Toen liep het charter af en keerden we terug naar Curaçao om te gaan laden voor weer een reis naar West-Afrika.

 

 

 

 

De Kylix, afgemeerd in San Lorenzo (Meer van Maracaibo)

Die reis begon weer in Sal waar we 17 november arriveerden. Daarna Freetown en Pointe Noir in Congo Brazzaville. Daar kregen we wel een walpas, maar verder dan de kade kwamen we niet. En ook daar zagen ze ons liever niet rondneuzen en ook wij voelden ons daar niet op ons gemak. Het terrein stond afgeladen met  toch al wat ouder Russisch oorlogstuig, zoals kanonnen, vrachtwagens en andere militaire voertuigen. Er woedde in dat land een burgeroorlog en het socialistische regime werd uiteraard gesteund door de Sovjet Unie. Daartussen liepen zwaar bewapende militairen. die zelfde dag liep daar het Cubaanse schip 'XX Aniversario' binnen. Dat was de voormalige 'Oranje Nassau' van de KNSM. Dat schip was volgeladen met wapentuig. Zelfs op de brugvleugels stonden kanonnen en tanks.. Op de foto links ligt het schip afgemeerd in Pointe Noir.

Dit keer moesten we ook naar Lagos in Nigeria en zoals bekend lagen schepen daar maanden lang op de rede voor ze gelost konden worden. Voor vrachtschepen kon dat oplopen tot 6 maanden. En vele schepen brachten cement. Het verhaal ging dat van ontwikkelingshulp de regering van Nigeria cement had gekocht, maar zoveel dat men niet wist waar men het moest laten.

Bij aankomst moest een schip zich per VHF melden bij de havenautoriteiten om een volgnummer te verkrijgen. Het was echter bijna onmogelijk om in de kakofonie van geluiden om op kanaal 16 je in te melden. Geen volgnummer betekende echter dat je nooit aan de beurt kwam. Uiteindelijk lukte het wel en als tanker had je gelukkig niet van die hele lange wachttijden. We hebben 'slechts' 11 dagen ten anker gelegen. Vlakbij ons lag een Nedlloyd schip (waarvan ik de naam kwijt ben) al vele maanden te wachten. Onze kapitein gaf toestemming om met de sloep naar de wal te gaan om post op te halen bij het agentschap. Anders kreeg je dat absoluut nooit aan boord. Bij het agentschap was het een al even grote puinhoop. Post van vele schepen lag op een hoop in een hoek en na lang zoeken vonden we onze post. Tevens de post meegenomen voor het Nedlloyd schip.

De radiodiscipline op de VHF was volledig zoek. Vooral 's nachts. Kanaal 16 werd te pas en te onpas gebruikt voor allerlei onzinnige opmerkingen (Philipino Monkey); vele andere kanalen werden gebruikt om muziek uit te zenden of als praatkanaal om urenlang gesprekken te voeren tussen schepen van een zelfde nationaliteit.  27 december konden we dan naar binnen en werden afgemeerd aan de steiger van een zeepfabriek. De haven zelf was één grauwe massa door het vele stof van het cement. De wal opgaan werd ook hier weer afgeraden. Het was veiliger om aan boord te blijven.

29 december zijn we vertrokken uit Lagos naar Punta Cardon. Oud en Nieuw dus op zee. Aankomst Cardon was 11 januari, vertrek 12 januari naar Curaçao, alwaar ik werd afgelost.

Toen had ik er nog geen idee van dat ik 2 maanden later weer terug zou zijn aan boord.

Gegevens van de reis met STS 'Kylix'.

Het schip:

Naam:                  Kylix

Roepnaam:           PFLY

Type:                    Tanker

Eigenaar:              NV Petroleum Maatschappij La Corona, 's Gravenhage

Thuishaven:           's Gravenhage

Bouwjaar:             1955

Werf:                    Nederlandse Dok- & Scheepsbouw Maatschappij NV, Amsterdam

Bouwnummer:       452

Voortstuwing:        2 stoomturbines Parsons Werkspoor, 7500 apk

Bruto:                   12119 ton

Netto:                   6290 ton

Deadweight:          18155 ton

Lengte tussen LL:  164,03 meter

Lengte o.a.:           169,39 meter

Bemanning:           41

 

Geschiedenis van het schip: Zie de 2e reis met de Kylix:

 

Bemanning deze reis:

Kapitein:                          J.W.M. Vollebregt (later: H.H.J. Dijkhuizen)

1e Stuurman:                   A.G. Kroon (later: C.P. Donken)

2e Stuurman:                   M.C. Kalkman (later: A.L.M. van Dun)

3e Stuurman:                   H.R.R. van der Riet (later: D. Venema)

4e Stuurman:                   D. van der Heul (later: P.J.F. Steenbergen)

LL Stuurman:                   E. de Jong

LL Stuurman:                   H. Rijpkema

Radio Officier:                  P.P. Verburg

Hoofdwerktuigkundige:      J.I. Brangert (later: J. van der Schee)

2e WTK:                         J.F. Vernooij + ega (later: J.H. Burger)

3e WTK:                         J. Verlinde + ega (later: R.G.M. Kauffeld)

4e WTK:                         R. Neelemaat (later: W. Bekooy + ega)

4e WTK:                         J.P. de Visser

4e WTK:                         P.H. Rebel

5e WTK:                         G.W. Slotboom (later: C.G. Storm)

LL WTK:                         K.G. Visser

LL WTK:                         A.K. Vennik

LL WTK:                         R.R. Vijber

Bemanning: Chinees.

 

Traject:

Rotterdam - Punta Cardon - Curaçao - Sal - Dakar - Freetown - Lomé - Douala - Freetown - Banjul - Dakar - Punta Cardon - Amuay Bay - Catia la Mar - Punta Cardon - San Lorenzo - Punta Piedras - Punta Cardon - Amuay Bay - Catia la Mar - Punta Cardon - Catia la Mar - Punta Cardon - San Lorenzo - Punta Piedras - Punta Cardon - San Lorenzo - Punta Piedras - Curaçao - Sal - Freetown - Pointe Noire - Lagos - Punta Cardon - Curaçao.