MTug Amsterdam
27 mei t/m 13 juni 1979
Na 3 maanden verlof was het weer varen geblazen en eigenlijk viel dat niet mee als je net vader bent geworden. Hoendermis belde mij dat het weer een Shell tanker zou worden, n.l. de Lepton, een 319.000 tonner onder Liberiaanse vlag van Shell Tankers Rotterdam. Nu zat ik eigenlijk helemaal niet te wachten op een dergelijk schip want de reizen waren uiteraard niet bijzonder. Met economische speed rond Kaap De Goede Hoop naar de Perzische Golf en terug naar Rotterdam. Maar je moet het meegemaakt hebben, dacht ik toen maar en toog naar Shell in Rotterdam voor de afhandelingen van diverse zaken, zoals keuring en inentingen, etc. Toen ik bij mevrouw Poot kwam, werd mij al duidelijk dat haast geboden was. Ik diende zo snel mogelijk te monsteren. Voor zover ik mij nog kan herinneren, lag het schip op dat moment in de Perzische Golf. Maar het liep anders, want bij de keuring diende ik mijn bril af te zetten en de letters te lezen op het bekende bord. Nu had ik een bril voor ver zien, dus ik kon het niet lezen. Bij andere keuringen had ik mijn bril nooit hoeven afzetten. Ergo, ik werd afgekeurd. Mijn opmerking naar de dokter dat ik voor de Nederlandse wet was goedgekeurd en voor de wet van een bananenrepubliek werd afgekeurd, werd door de dokter beantwoord met "ik dien mij aan de wet te houden en de Liberiaanse wet schrijft voor dat je zonder bril moet kunnen lezen". Terug naar Jeanne Poot en die was in alle staten. Ik was n.l. al de tweede marconist die hij op dezelfde gronden afkeurde en er moest zo spoedig mogelijk een marconist naar de Lepton. Maar ook haar telefoontje naar de dokter hielp niet. Hij was niet te overreden. Einde Lepton dus en ik terug naar Radio Holland. Die wisten ook niet wat ze er mee aan moesten, dan dat ze weer op zoek moesten naar een andere marconist. Ik kon terug naar huis en werd 2 dagen later opnieuw gebeld. Nu hadden ze de Maasrix voor mij. Een bijna net zo grote tanker, maar dan bemand door Van Nievelt, Goudriaan & Co's. "Maar dat is ook een schip onder Liberiaanse vlag en ik heb weinig zin om weer voor niets naar Rotterdam te komen". "Geen probleem"' zei Hoendermis, "bij Nievelt doen ze niet zo moeilijk.
Maar ook dat schip ging niet door, want er was een spoedaanvraag tussendoor gekomen. De sleepboot 'Amsterdam' van Wijsmuller moest per direct een marconist hebben. Opnieuw verbazing van mijn kant, want Wijsmuller had toch eigen marconisten??? "Klopt", zei Hoendermis, "maar ze nemen al een paar jaar geen nieuwe marconisten meer in dienst en als ze er eentje tekort komen, lenen ze die bij Radio Holland". De Amsterdam werd het dus en ik ging naar IJmuiden om de zaken te regelen.
Het zou echter voor mij een relatief korte reis worden, want door familieomstandigheden was ik vrij vlot weer thuis, Maar daarover later meer.
Deze werden het dus niet.
26 mei was ik in IJmuiden om alle radiozaken af te handelen. De Amsterdam lag voor de deur en het was weer even wennen op een sleepboot. De radiohut was klein en volgestopt met apparatuur. Aan diverse apparaten werd nog volop gesleuteld en het vertrek was de volgende dag. Ook was een TOR in de radiohut geplaatst. Deze was door ruimtegebrek voor de bergkast gezet en om de deur daarvan toch te kunnen openen was die verzaagd tot een harmonikadeur. Door de vele reparaties was nog niet duidelijk of ze alles afkregen. Bovendien was dit geen Radio Holland schip. Nu was de papierwinkel aanzienlijk, maar daar was je inmiddels wel aan gewend geraakt. Maar hier geen RH Circulaires, geen RAMAC code (alle apparatuur was van Wijsmuller en viel onder de marconist), geen reservedelen lijst, etc.
En verder was bij vertrek duidelijk dat lang niet alle reparaties waren voltooid. De Decca was niet teruggeplaatst, de R2000 ontvanger werkte op de 12Mc niet goed, de weerkaartenontvanger deed helemaal niets en de bel van de TOR deed het niet. De zendantennes (sprieten) moesten vervangen worden, maar dat was niet meer gelukt. Deze waren nu aan boord gelegd met de mededeling "zie maar in een van de volgende havens of je het lukt ze te vervangen". Tijdens de reis bleek ook nog eens dat de manuals van de radars niet compleet waren en diodeprobes die volgens het manual aan boord zouden moeten zijn, waren er niet. Voor de VHF waren slechts 2 transistoren in spare.
De TOR was nieuw voor mij, maar de bediening bleek niet moeilijk en voor de berichtenwisseling was het erg fijn een dergelijk apparaat aan boord te hebben.
De radiohut was goed gevuld. Hier in bevond zich de volgende apparatuur (ik weet niet alles meer):
KG/MG zender: Debeg ST1400C
Reservezender: Debeg ST85D
Telefoniezender: Sailor 76D
Hoofdontvanger: Radio Holland R2000
Hoofdontvanger: Siemens E-566
Reserveontvanger: Marconi Sentinel
AAT: ???
TOR: Siemens STB750
TOR ontvanger: Siemens E-311
TOR Teleprinter: Siemens T100s
Selcal: ???
Weerkaartontvanger: Hellfax BS110M
En op de brug:
Radar: Atlas 3000
Radar: Atlas 5000
Richtingzoeker: ???
Echolood: ???
VHF: ITT Marine STR60A
De radiohut was klein en erg vol en omdat de hoofdzender (1400 watt) continue aanstond t.b.v de TOR kon de temperatuur er behoorlijk oplopen.
27 mei vertrokken we van IJmuiden naar Hanko in Finland om aldaar de bak 'Refanut', beladen met baggermateriaal, op te halen die naar Nicolajev in de Zwarte Zee gebracht moest worden. We voeren via het Kieler Kanaal en arriveerden 31 mei in Hanko. Dezelfde dag vertrokken we weer met sleep. De dag in Hanko hebben we getracht de zendantennes te vervangen. Er werd een mobiele kraan gechartered en met de hulp van de elektricien hebben we geprobeerd de beide zendantennes te demonteren en de nieuwe sprieten te monteren. Dat lukte met slechts 1 antenne, want de bevestigingsbouten zaten zo vastgeroest dat we er een met de grootste moeite konden loskrijgen. Na plaatsing van de nieuwe antenne moesten we stoppen, want het vertrek was nabij.
Gedurende de vaart ook nog geprobeerd de weerkaartenontvanger aan de praat te krijgen, maar daar was geen eer aan te behalen. Er was weinig informatie aanwezig en één van de stuurlieden zei dat het apparaat al lang en vaak problemen gaf. Het ding werd 'tante Bertha' genoemd, want als je er ook maar even aanzat, zaten je handen onder de rode inkt.
De hangende pont in het Kieler Kanaal
De tocht naar de Middellandse Zee verliep rustig. Werken met de TOR was een verademing. Wat ging de communicatie gemakkelijk. Ik was de enige marconist aan boord en ondanks dat we een sleep hadden, was continue uitluisteren op de 500 kHz een must. Je kon nooit weten. Als ik van wacht was, stond het AAT wel aan, maar ook de twee hoofdontvangers stonden op speaker. Mijn hut was tegenover de radiohut en dan kon ik ook tussen de wachten door horen of er bijzondere berichten waren.
Een dag voor passage Gibraltar kreeg ik zelf via de TOR een alarmerend bericht binnen. Mijn zoon van 3 maanden had een hersenvliesontsteking opgelopen en de toestand zou zeker 24 uur kritiek zijn. De dokter vond het dan ook zeer gewenst dat ik zo spoedig mogelijk naar huis kwam. Dat was voor mij een hele klap en je schrikt geweldig van zo'n bericht. Gezagvoerder van Dorp nam direct een beslissing. We lopen Gibraltar aan en dan kan je daar van boord. Er werd over en weer getelefoneerd met Wijsmuller en ook daar kreeg ik de volle medewerking. Ook de bemanning ving mij prima op. 13 juni zijn we baai binnengelopen bij Gibraltar. Hoewel ik buitengaats met een sloep werd opgehaald, moest er toch een loods worden genomen. Een nieuwe marconist was niet zo snel voorhanden en Wijsmuller meldde dat die in Malta aan boord zou worden gezet.
Een rechtstreekse vlucht naar Nederland kon niet geboekt worden, dus moest ik naar Londen en daar overstappen naar Rotterdam. Twee dagen later was ik thuis en was de situatie al wat stabieler. Radio Holland gaf aan dat ik voorlopig thuis kon blijven. Als de toestand zodanig was dat ik weer zou kunnen varen, moest ik dat maar aangeven.
Gelukkig is alles uiteindelijk goed gekomen met hem.
De reis was dus kort, slechts 18 dagen.
Gegevens van deze reis met Mtug Amsterdam:
Het schip:
Naam: Amsterdam
Roepnaam: PCQA
Type: Zeesleper
Eigenaar: Bureau Wijsmuller BV, IJmuiden
Thuishaven: IJmuiden
Bouwjaar: 1971
Werf: Johann Oelkers
Schiffswerf K.G., Hamburg
Bouwnummer: 563
Voorstuwing: Twee 4-tact enkelwerkende 9 cylinder Atlas-M.A.K. dieselmotoren. 7500
PK
Bruto: 902
ton
Netto:
Deadweight:
Lengte tussen LL: 45 meter
Lengte o.a.: 50,3 meter
Breedte: 11,52 meter
Bemanning: 16
Geschiedenis van het schip:
Kiellegging:
Tewaterlating: 27 augustus 1970
Indienststelling:
Eigenaar: Petersen & Alpers, Hamburg
Naam: 'Hamburg'
Verkocht: Juli 1974: Aan Bureau Wijsmuller, IJmuiden. Nieuwe naam 'Amsterdam'.
Overdracht was in oktober 1974
Uitgevlagd 1982 naar Panama
Sloop: 1986 vanwege ernstige machineschade voor sloop verkocht. Arriveerde 22 mei 1986 in Gadani Beach
Bemanning deze reis:
Kapitein: D. van
Dorp
1e Stuurman: K.H.J. Welman
2e Stuurman: P.A. Fortgens
LL. Stuurman: A.A.G. van der Poel
Radio Officier: P.Ph. Verburg
Hoofdwerktuigkundige: G. Creemer
2e WTK: M. Bal
3e WTK: J.G.S. Visser
LL WTK: R.J. van Veelen
Electriciën: C.G. Giesberts
Bootsman: R.Ph. Sperling
Matroos: H. Notenboom
Matroos: R.E. Kruiswijk
Jongen: A. Apeldoorn
Handlanger: G. van der Veen
Kok: C.K. Hollenberg